Angst voor terrorisme

De aanslag in Parijs

 

De afschuwelijke aanslagen in Parijs hebben een enorme impact. Op tv, in de kranten, in de buurt, in de kerk en zeker op de sociale media zijn ze hét onderwerp van gesprek. Ineens komen aanslagen en terrorisme angstwekkend dichtbij. Het is méér dan een aanslag op Parijs. Het is een bedreiging; we voelen dat onze veiligheid, vrijheid en onze vrede in gevaar zijn. Dat is eng. Om je heen zie je angst, machteloosheid, woede, frustratie en haat toenemen. Dat is voor jezelf al lastig, maar hoe praat je hierover met je kinderen? Met je klas, je tienerclub of je jongerenwerk? Wat zeg je? Hoe help je hen om hiermee om te gaan?

Een aantal punten om je hierin te helpen:

1. Aansluiten bij hún vragen en gevoelens

Kinderen en jongeren verwerken zo’n gebeurtenis op verschillende manieren. Het ene kind kan er dagen of weken mee bezig zijn, terwijl het andere kind vrolijk doorgaat met zijn eigen dingetjes, zonder er bij stil te staan (lijkt het). De een stelt veel vragen en wil alles weten, maar anderen worden juist stil en willen er zo min mogelijk over horen. Sluit aan bij hún vragen, bij hún emoties en bij hún behoeften. Maak het bespreekbaar, stel bijvoorbeeld een open vraag (‘Hoe vind jij het wat er is gebeurd?’) of kijk samen het (jeugd)journaal. Forceer niet, maar geef hen de ruimte om het op hun eigen manier te verwerken. Als jij beschikbaar bent en betrokkenheid laat zien, dan komen zij vanzelf met hun vragen.

2. Kinderen

Kinderen vanaf of een jaar of vier krijgen in elk geval iets mee van wat er is gebeurd. Er wordt over gesproken thuis, op straat, op het schoolplein en wellicht ook in de klas. Kinderen tot een jaar of zeven, acht kunnen gebeurtenissen nog niet zo goed plaatsen qua tijd, afstand of zwaarte. Op hen kan een overstroming in Bangladesh, een konijn dat doodgaat of ruzie met een vriendje evenveel indruk maken. Vertel hen niet teveel details over wat er is gebeurd. Wat ze wel goed opmerken, is wat het doet met de mensen om hen heen (emoties). Als je weet dat ze daar iets van merken, leg dan uit dat het te maken heeft met de aanslag in Parijs. Bijvoorbeeld: dat we het erg vinden, dat we er verdrietig om zijn en eventueel dat we allemaal nadenken hoe we kunnen zorgen dat zoiets niet nog een keer gebeurt. Zij hebben er vooral behoefte aan dat hun omgeving uitstraalt: je hoeft niet bang te zijn.

Als kinderen heftige beelden van de aanslagen hebben gezien of het heeft gewoon veel indruk op hen gemaakt, dan kan het even duren voor ze die verwerkt hebben. Dat betekent niet dat ze er de hele dag mee bezig zijn, maar dat je merkt dat ze er af en toe opeens weer een vraag over stellen of over praten. Het kan gebeuren dat ze ‘s nachts enge dromen hebben. Als het goed is, gaat dit binnen een paar dagen tot een paar weken weer over.

Vanaf een jaar of negen kunnen kinderen het beter plaatsen. Zij realiseren zich dat Parijs vlakbij is; misschien kunnen ze zich herinneren dat ze er een keer zijn geweest. Ze realiseren zich dat als het daar kan, dat het ook hier kan gebeuren. Afhankelijk van hun denkniveau en beleving, kun je hen meer vertellen (aantal slachtoffers en gewonden, dat de meeste daders zijn omgekomen, dat de politie hard werkt om iedereen op te pakken die heeft mee gewerkt, e.d.). Zij hebben er behoefte aan om te weten of ze veilig zijn of niet, en waarom (wat doet de politie). Zij vragen zich misschien ook af waarom de daders zo’n aanslag hebben gepleegd. Waarom doen mensen andere mensen dit aan? Afhankelijk van het kind, kun je daar iets over toelichten. Op deze leeftijd hebben kinderen een groot rechtvaardigheidsgevoel. Ze willen graag iets doen. Misschien kun je hen een actie laten houden om geld in te zamelen voor een organisatie die zich (wereldwijd) inzet om slachtoffers van oorlog, vervolging en terrorisme te helpen, bijvoorbeeld Open Doors.

Wees je er overigens van bewust dat kinderen (en ook tieners) specialisten zijn om jou in de gaten te houden. Als jij met iemand bel of met iemand in gesprek raakt, denk er dan over na wat je wel en niet zegt waar je kind bij is. Soms kun beter een ander moment kiezen om verder door te praten

3. Tieners en jongeren

Tieners en jongeren zijn in de levensfase dat ze willen begrijpen hoe het leven en de wereld in elkaar zitten: wat is belangrijk? Waar leef ik voor? Wie ben ik? Wat is mijn plekje hier op aarde? Waarom is er goed en kwaad? Hoe moet ik omgaan met mijn angst, mijn boosheid en gevoel van onveiligheid? De een denkt hier diep over na, voor de ander verloopt dit proces bijna onbewust. Net als bij kinderen en volwassenen kan de aanslag hun gevoel van veiligheid beschadigen. Zij realiseren zich heel goed dat zij, of anderen hier in Nederland, ook slachtoffer kunnen worden. Het kan hun vertrouwen in mensen beschadigen: hoe weet ik of iemand een terrorist is?

Zij kunnen de situatie in een breder perspectief plaatsen dan kinderen. En ze willen, in het algemeen, graag antwoord op hun vragen. Die zoeken ze in de eerste plaats bij hun ouders, al lijkt dat niet altijd zo. En bij andere mensen die ze vertrouwen. Hier ligt een belangrijke rol voor jeugdleiders, maar ook voor voorgangers en predikanten: wat zegt de kerk in deze situatie? En klopt dat met de werkelijkheid? Met wat de Bijbel zegt? Met wat ze om zich heen zien?

Je kunt ervan uitgaan dat deze aanslag hen bezig houdt en dat ze vragen hebben. Ook geloofsvragen: waarom laat God dit toe? Wat betekent het als ik God om bescherming vraag? Wat gaat er straks gebeuren? Komt IS Nederland binnen? En dan? De denkers onder hen zullen ook kritische vragen hebben. Waarom krijgt de aanslag in Parijs zoveel media aandacht, terwijl de aanslagen in Libanon en Irak worden stil gezwegen? De doeners onder hen, hebben waarschijnlijk behoefte aan een oplossing. Jongere tieners kunnen de situatie nog niet heel goed overzien en zijn gevoelig voor snelle oplossingen en oneliners: ‘Sluit de grenzen’, ‘Elke vluchteling is een gevaar’.

Laat merken dat je wilt weten wat hen bezig houdt en hoe het met hen is. Stel af en toe een vraag, bespreek met elkaar aan tafel hoe jullie erover denken. Maar forceer het gesprek niet. Wees belangstellend en beschikbaar en luister vooral. Je hoeft geen antwoord te hebben op hun vragen, je hoeft het zelf niet op een rijtje te hebben. Wees er voor elkaar en steun elkaar.

4. Ruimte voor vragen en gevoelens

In zo’n periode van ‘collectieve schrik’ kan het zijn dat kinderen en jongeren net iets meer behoefte hebben aan geborgenheid en steun. Een extra knuffel, even tijd nemen voor het naar bed brengen, gewoon even een momentje op de bank of bij de keukentafel. Het hoeft helemaal niet over de aanslagen te gaan, maar gewoon even bij elkaar zijn. Sporten, muziek luisteren, praten en creatief bezig zijn, zijn manieren waarop ze hun emoties een plek kunnen geven en hun gedachten kunnen ordenen. Misschien kun je deze week naar het bos of het strand, iets lekkers bakken samen of laat je kind lekker creatief aan de slag gaan.

Heb je deze week een tiener- of jeugdavond of kinderclub, bedenk dan in welke mate je dit thema wilt behandelen. Je kunt ervoor kiezen om in elk geval te bidden voor de slachtoffers en hun nabestaanden, bij tieners en jongeren ook voor de regering(en) die beslissingen moeten nemen en om de situatie in Gods hand te leggen. Afhankelijk van de reacties en de mate waarin het ‘leeft’, kun je er verder op in gaan of overgaan op je programma.

5. God

Ga samen naar God. Vertel Hem jullie vragen, angst, zorgen, boosheid en frustraties, of wat er ook maar in je omgaat. Juist in zulke momenten is Hij het waar je moet zijn, laat dat aan hen zien en doe dat samen met hen. Een situatie als dit kan ook vragen oproepen: beschermt God ons wel? Zorgde God niet voor al die slachtoffers? Waarom hield Hij dit niet tegen?

Als kinderen opgroeien, moeten we hen God leren kennen, zoals Hij is. Kinderen moeten weten wat God wel belooft en wat Hij níet belooft. Jonge kinderen leer je dat God van je houdt en voor je zorgt. Bij Hem ben je veilig. In de loop der tijd vul je dat beeld steeds verder aan. Soms door een aanleiding (bijvoorbeeld overlijden of onverhoord gebed) of door vragen die zij stellen. Je leert hen dat God naar hen luistert als je bidt. Je laat het hen zien als gebeden zijn verhoord.

Oudere kinderen kun je langzaam laten zien wat er aan de hand is op aarde. Wij mensen maken er een puinhoop van. Er is oorlog, ellende, honger en verdriet. In het groot, maar je ziet het ook in je eigen leven. Je doet soms anderen pijn, je vertelt soms een leugen. Anderen doen jou soms pijn. Of je maakt moeilijke dingen mee. Zoals het volk Israël door de woestijn trok op weg naar het beloofde land, zo zijn wij op weg naar het land dat God ons belooft: de hemel. Tot we daar zijn, zijn we hier op aarde, waar het moeilijk is soms, waar pijn en verdriet zijn. Maar God belooft dat Hij ervoor zorgt dat we veilig in de hemel aankomen, als we Hem vertrouwen en op Hem bouwen. Hij wijst de weg. En Hij zorgt voor ons. Dat betekent niet dat we geen moeilijke dingen mee maken. Dat betekent niet dat we een makkelijk leventje zullen hebben of dat we gezond en veilig honderd jaar worden. Het betekent wél dat God ervoor zorgt dat we alle moeilijke dingen aankunnen, die in ons leven gebeuren. Wij hoeven zelf niet dapper, slim of sterk te zijn, God máákt ons dapper, slim of sterk als dat nodig is.

Er zijn heel veel voorbeelden in de Bijbel die je aan kunt halen om dit verder te verduidelijken: Jozef die verkocht werd  en in de gevangenis terecht kwam, Daniël die in de leeuwenkuil werd gegooid, Sadrach, Mesach en Abed-Nego die in de brandende oven werd gegooid (in Daniël 3:17-18 verwoorden zij het zo mooi), Paulus die van alles mee maakte. En natuurlijk de Heere Jezus Zelf. Hij ging ons voor op een weg van lijden. Hij weet wat we doormaken. Hij weet hoe moeilijk het soms is. Welke vragen we soms hebben, hoe we situaties soms niet begrijpen. Hij laat zien dat we daar doorheen trouw kunnen zijn. En dat we dat met Zijn hulp aankunnen.

Er zijn heel veel mooie liederen die je met kinderen en jongeren kunt zingen of luisteren, ter bemoediging. Om je blik op God te richten, om de hoop en de beloften van God vast te houden. Een mooie en heel toepasselijke Psalm is Psalm 23. Daar zijn veel versies van gecomponeerd, ook voor kinderen en jongeren. Een mooie troost en bemoediging om die met elkaar te zingen en te luisteren deze week.

Veel wijsheid toegewenst. Mocht je vragen hebben of andere tips, neem gerust contact met ons op.

_MG_9100