Corona en tieners

De impact van het coronavirus en alle maatregelen daaromheen werken door in alle facetten van ons leven. Dat geldt voor volwassenen, dat geldt voor kinderen, zoals we in ons vorige artikel al beschreven, en dat geldt voor tieners en jongeren. In de media worden veel discussies gevoerd over deze doelgroep. Aan de ene kant wordt benadrukt hoe ingrijpend de situatie voor deze leeftijdsgroep is en welke ernstige problemen er onder hen zijn ontstaan. Aan de andere kant wordt benadrukt dat we niet moeten focussen op de achterstanden die zij oplopen en alles wat zij missen, maar dat we ons moeten richten op de levenslessen die deze generatie zich nu al eigen maakt. Daardoor komen zij wellicht juist sterker in hun schoenen te staan dan de generaties daarvoor op dezelfde leeftijd. Het één sluit echter het ander niet uit. Corona heeft een grote impact op het leven van tieners. Het geeft vragen, worstelingen en moeilijkheden. Als we hen leren daar op een goede manier mee om te gaan, dan leren ze hierdoor inderdaad belangrijke levensvaardigheden. In tijden van crisis ontstaat er vaak een kruispunt: je komt dichter bij God en wordt sterker of je drijft van God af en loopt steeds meer vast. Terwijl alle maatregelen het moeilijk maken om in contact met tieners te blijven is de noodzaak hiertoe misschien wel groter dan ooit.

 

Vriendschap

God heeft de mens geschapen voor relaties. In de eerste plaats zijn we bedoeld om in relatie met God te leven. Daarnaast voor de relatie met mensen om ons heen. We worden in de Bijbel regelmatig vergeleken met schapen. Kuddedieren, die gemaakt zijn om in een groep te leven. Vriendschap is iets moois en iets kostbaars, dat goed voor ons is. We hebben vriendschap nódig. In Prediker staat: ‘Twee zijn beter dan één, want samen krijgen zij een goede beloning voor hun zwoegen. Want als zij vallen, helpt de één zijn metgezel overeind. Maar wee die ene die valt, terwijl er geen tweede is om hem overeind te helpen. Ook als twee bij elkaar liggen, hebben zij warmte, maar hoe moet één alleen warm worden? En als iemand de één overweldigt, zullen die twee tegen hem standhouden. Een drievoudig snoer wordt niet snel gebroken.’[1]

In hun ontwikkeling gaan tieners door een fase waarin ze extra gevoelig zijn voor de groep leeftijdsgenoten om hen heen. Ze willen graag ergens bij horen en hebben daar veel voor over. Ze weten nog niet precies wie ze zijn en wat ze zelf belangrijk vinden, waar ze voor (willen staan). De groep biedt hen veiligheid en geborgenheid. Alleen sta je nog niet sterk genoeg in een wereld die je nog aan het ontdekken bent. Als groep sta je sterker. Dit is precies wat jonge dieren van een kudde ook doen. Binnen de veiligheid van de groep kunnen ze aansterken en veilig opgroeien. Door het contact met anderen leren tieners wie ze zelf zijn. Ze leren er sociale vaardigheden en omgaan met ruzies en meningsverschillen. Ze ontdekken waar ze goed in zijn en waar anderen beter in zijn. Ze doen ervaring op met verschillende groepsrollen en ontdekken bijvoorbeeld of ze graag de leiding pakken of liever volgen, of ze houden van de confrontatie of meer de neiging hebben om de vrede te bewaren. Ze kijken ‘de kunst bij elkaar af’ en leren hierdoor veel van elkaar. Ze maken kennis met verschillende normen, waarden en overtuigingen waardoor ze zelf worden uitgedaagd om hun eigen visie te vormen en te onderbouwen.[2]

Het contact met anderen, vooral in groepsverband, is dus geen overbodige luxe voor tieners, maar een belangrijk onderdeel van het volwassen worden en het vormen van een eigen identiteit. Nu de normale groepsprocessen voor een groot deel zijn stil gelegd, is het belangrijk dat we als volwassenen moeite doen om te zorgen dat ze toch de gelegenheid krijgen om in contact met elkaar te blijven. Enerzijds door te investeren in wat wél kan en anderzijds door nieuwe manieren te creëren. Is het maximum aantal bezoekers nog maar één persoon van 13 jaar of ouder? Misschien is het goed als ouders die gunst de meeste dagen aan hun kinderen verlenen, zodat zij in elk geval nog met één iemand regelmatig kunnen afspreken. Is het maximum bezoekers iets meer dan één? Dan kun je als jeugdleider eens per week met een klein clubje tieners samen afspreken. En eventueel met elkaar de kerkdienst volgen of een online jeugdavond. Daarnaast kan er soms al meer wanneer je buiten afspreekt en voldoende afstand houdt. En er zijn intussen tal van online tools[3] waarmee je ook via online meetings toch kan investeren in onderlinge interactie.

 

Eenzaamheid

De noodzaak van vriendschap en contact met andere mensen, maakt direct duidelijk dat het gebrek aan vriendschap en contact schadelijk is. ‘Het is niet goed, dat de mens alleen is’, zei God toen Hij Adam had gemaakt.[4] Dat zien we om ons heen. Mensen die zich eenzaam voelen, gaan in hun gezondheid achteruit, zowel lichamelijk als mentaal en geestelijk. Vóór corona waren er al zorgen over de groeiende eenzaamheid onder jongeren. Terwijl deze generatie opgroeit met de meeste mogelijkheden voor contact, groeit juist de eenzaamheid. Wie denkt er bij het onderwerp eenzaamheid aan die stoere tiener in de kerk? Of dat lieve meisje dat deel is van de band en zo mooi zingt op zondagmorgen? Toch zijn de cijfers zorgelijk: gevoelens van depressie en zelfs van suïcide nemen toe.

Hier kunnen we met zijn allen iets aan doen. Het gaat er niet om dat we met elkaar bediscussiëren wie waarvoor verantwoordelijk is en wie wat zou moeten pakken. Jezus zegt in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan: ‘Doet u evenzo.’[5] Jacobus zegt: ‘Wees daders van het Woord en niet alleen hoorders.’[6] Wees een naaste voor wie jij tegenkomt. Loop niet voorbij en verwacht niet dat iemand anders wel iets zal doen, maar ga er zelf naar toe. Welke tieners en jongeren ken jij? Heb je een neefje of nichtje? Een buurjongen? Heb je een adresboekje van je kerk waar tieners en jongeren in staan? Dan kun jij iets betekenen! Om iets te doen aan eenzaamheid hoef je geen hulpverlener te zijn en hoef je niet overal een antwoord op te weten (of te geven). Je hoeft er alleen maar te zijn. Hoe mooi is het dat Gods Naam is יהוה: ‘Ik zal er zijn’. Als we op God willen lijken, dan is het eerste dat we kunnen doen, simpelweg er zijn voor iemand.

 

Perspectief

Rust, regelmaat en voorspelbaarheid geven houvast. Ze helpen ons orde aan te brengen in ons leven. Ze zorgen ervoor dat je niet steeds over alles hoeft na te denken, maar dat er patronen en gewoontes ontstaan die processen automatiseren. Dat geeft rust in je hoofd die je goed voor andere dingen kunt gebruiken. Eén van de gevolgen van corona is dat er veel patronen en gewoontes zijn doorbroken. Vaste structuren (zoals schoolgang, naar de kerk gaan, sporten, jeugdclub, momenten van ontspanning) zijn weg gevallen. Nieuwe structuren bouwen moeilijk op omdat de maatregelen en omstandigheden voortdurend veranderen. Dat geeft onrust en kost veel energie. Op de meeste tieners heeft dit nog meer impact dan op volwassenen. Hun perspectief ligt meer in het hier en nu dan op de lange termijn.

Deze periode is voor velen van hen een moeilijke. Dingen waar ze naar uit kijken gaan op het laatste moment niet door. Dingen die hen houvast geven, worden toch (weer) veranderd, aangepast of uitgesteld. Dit kan komen door nieuwe ontwikkelingen en maatregelen, maar ook door individuele omstandigheden zoals een quarantaine. Het gevolg zijn golfbewegingen van hoop en verwachting naar teleurstelling en frustratie. Hoe intenser deze golven zijn en hoe meer ze elkaar opvolgen, hoe moeilijker het is om er goed mee om te gaan. De tieners die zich hebben voorbereid op bepaalde prestaties (zoals een eindexamen, rijbewijs of belangrijke sportwedstrijd) kunnen hier behoorlijk mee worstelen. Een eindexamen geeft niet alleen onrust en stress voor het huidige jaar, maar heeft ook grote invloed op het jaar erna (studeren of nog een jaar naar school). Er zijn jongeren die zich zorgen maken over de impact op de langere termijn: heeft een ‘corona diploma’ wel dezelfde waarde als een ‘volwaardig diploma’ en gaat het hun kansen op de arbeidsmarkt later beïnvloeden? Als ze doorstromen naar vervolgonderwijs, hebben ze daar dan wel voldoende kennis en vaardigheden voor opgedaan?

Hoop en verwachting die is gestoeld op menselijke zaken houdt in deze situaties geen stand. We kunnen hen alleen perspectief en houvast bieden door terug te gaan naar de basis die God geeft. Hij zal voor ons zorgen. Hij heeft beloofd dat Hij met ons zal zijn, alle dagen tot aan de voleinding van de wereld.[7] Hij weet wat we nodig hebben en zegt dat we ons geen zorgen hoeven maken over ons leven of wat we zullen eten of waarmee we ons zullen kleden.[8] Jezus belooft: ‘Maar zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden. Wees dan niet bezorgd over de dag van morgen.’[9] De zekerheid van ons bestaan ligt in God, niet in diploma’s, prestaties of spullen. Niet in de eer van mensen en populariteit, niet in onze menselijke successen of ons welbevinden. De tieners van nu worden op een onprettige manier geconfronteerd met de beperktheid van de menselijke zekerheden. Aan de ene kant is dat iets dat hen kan beangstigen en hen onzeker kan maken. Tegelijkertijd mogen we hen juist nu sterken in het vertrouwen op God. Dat is onwankelbaar en bestand tegen elke storm en elke omstandigheden. ‘Wie naar Mij luistert, zal veilig wonen, hij zal vrij zijn van angst voor het kwaad.’[10] Die rust en vrede die God geeft, gaat alles in de wereld te boven. Hoe sterk staan tieners als ze dát mogen ervaren, juist nu.

 

Geloof in tijden van crisis

Misschien is het vertrouwen op God wel iets dat voor veel tieners eerder is gaan wankelen dan dat het is gaan groeien. Elke crisis confronteert ons met geloofsvragen: Waarom laat God dit toe? Wat voor goeds kan hier uit voortkomen? Waarom neemt Hij dit lijden niet van mij (of van anderen) weg? We houden er niet van om uit onze bekende, vertrouwde wereld te worden gehaald en op onbekend terrein te worden geplaatst, waar we ons niet prettig voelen. Toch is dat de realiteit van het leven hier op aarde. We zijn niet bedoeld om hier comfortabel en prettig ons leventje te leiden. We zijn bedoeld om onze plaats in te nemen in Gods Koninkrijk en Hem te dienen. Ons leven behoort Hem toe, het is in Zijn handen. In Nederland en België hebben we decennialang voorspoed, rust en welvaart gekend. Oorlogen, hongersnoden, ziekten en natuurrampen speelden zich in het algemeen ver bij ons vandaan af. Maar het zou ons niet moeten verwonderen dat wij daar ook mee te maken krijgen. Jezus zegt: ‘U zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen; pas op, wordt niet verschrikt, want deze dingen moeten gebeuren, maar het is nog niet het einde. Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen hongersnoden zijn en besmettelijke ziekten en aardbevingen in verscheidene plaatsen. Maar al die dingen zijn nog maar een begin van de weeën.’[11]

Door de Bijbel heen kom je voortdurend jonge mensen tegen die te maken kregen met allerlei moeilijkheden en crisissen en die voor tieners heel sprekende voorbeelden kunnen zijn. Denk aan Daniël, die als jongeling uit zijn land werd gehaald en aan het hof van een heidense, soms zeer wrede heerser werd geplaatst om te worden heropgevoed. Of aan Jozef, die als jongere door zijn eigen broers werd verkocht als slaaf en toen het goed leek te gaan door bedrog in de gevangenis van Egypte terecht kwam. Het dienstmeisje van Naäman was als meisje uit Israël weg gehaald als slavin. Mozes werd als baby geadopteerd en werd later vluchteling. Dat we in moeilijkheden terecht komen doet niets af aan wat God door ons heen wil doen. Dat kan alleen iets heel anders zijn dan dat we zelf hadden bedacht of gepland. Die les – om God te dienen wat de omstandigheden ook zijn en om Hem te vertrouwen – is een levensles die je elke jongere gunt. Het geloof wordt realistischer en relevanter. Daar hebben ze ons bij nodig. Laten we er voor ze zijn. Ook als dat betekent dat wij onze eigen plannen terug aan God moeten geven.

 

[1] Pred.4:9-12
[2] Spr.27:17
[3] Bijvoorbeeld Kahoot!, Mentimeter, LessonUp, Zoom, Teams en (gewoon) WhatsApp
[4] Gen.2:18
[5] Lucas 10:37
[6] Jac.1:22
[7] Matt. 28:20
[8] Matt. 6:25
[9] Matt. 6:33-34a
[10] Spr.1:33
[11] Matt.24:6-8

 

N.B. Dit artikel is in maart 2021 gepubliceerd in Metamorfose, het vakblad van het Centrum voor Pastorale Counseling.