Suïcidaliteit

 

Je zit ’s avonds op de bank als je een appje binnen krijgt van de 15 jarige Thirza : ‘Ik zie het niet meer zitten. Het is te zwaar. Ik stop ermee. Bedankt voor wie je voor me was’. Thirza is één van de meisjes uit je jeugdgroep. Ze gaat al een tijdje door een moeilijke tijd en jij hebt regelmatig een gesprekje met haar. Vorige week zei ze dat ze zelfdoding overweegt. En nu krijg je dit appje. Wat doe je?

Als jeugdleider, mentor of leerkracht is de kans groot dat je een keer te maken krijgt met een tiener die serieus zelfdoding overweegt. Of met tieners bij wie iemand in hun omgeving zichzelf van het leven heeft beroofd.  In Nederland overlijden jaarlijks ongeveer vijftig tieners tussen 10 en 20 jaar door zelfdoding. Onder jongeren tussen 20 en 25 jaar is dat aantal nog hoger: 73 jongeren in 2016[1]. In België is zelfdoding doodsoorzaak nummer 1 onder jongeren tussen 15-19 jaar. Gedachten aan zelfdoding komen vooral bij meisjes tussen 15-19 jaar vrij veel voor en ten opzichte van andere leeftijdscategorieën komen er op deze leeftijd veel suïcidepogingen voor[2].

 

Suïcidaliteit onder tieners

Elke tiener heeft wel eens heftige emoties van verdriet, frustratie of wanhoop. Tieners kunnen situaties moeilijker overzien of relativeren, hebben nog niet de vaardigheden ontwikkeld om met problemen om te gaan en zijn impulsiever. Hoe jonger je bent, hoe groter iets is in jouw belevingswereld. Gebeurtenissen kunnen er diep inhakken, zelfs als ze in onze ogen niet zo ernstig zijn. Dit alles maakt hen kwetsbaar. Hormonen zorgen in de puberteit voor emotionele uitbarstingen die intens kunnen zijn, zowel ten positieve als ten negatieve. Bij sommige tieners blijft het echter niet bij een keer een bui. Er ontstaat een stille ondertoon van verdriet, uitzichtloosheid en gebrek aan hoop of verbetering. Dit kan uitmonden in gedachten aan zelfdoding, pogingen tot zelfdoding en uiteindelijk daadwerkelijk overlijden.

De Netflix serie ’Thirteen reasons why’ was in 2017 wereldwijd razend populair onder tieners en jongeren en bracht een golf van reacties teweeg. In de serie speelt tiener Hannah Baker de hoofdrol. In dertien afleveringen laat zij situaties en personen zien die een rol hebben gespeeld in haar besluit om zichzelf van het leven te beroven, wat zij doet in de laatste aflevering. Veel jongeren gaven aan het fijn te vinden dat in deze serie eindelijk moeilijke thema’s, worstelingen en vragen bespreekbaar worden gemaakt. Zij groeien op in een cultuur waarin alles mooi, leuk, succesvol en perfect moet zijn. Zij ervaren geen ruimte voor lijden en verdriet, waar zij wel mee te maken krijgen. Wij vinden het vaak lastig om deze dingen bespreekbaar te maken, zeker een onderwerp als zelfdoding. Veel mensen zijn bang dat ze hiermee jongeren op ideeën kunnen brengen. Het tegenovergestelde is echt waar: juist het (op een goede manier) bespreekbaar maken, geeft verlichting en ruimte voor herstel. Het gevaar van dit soort series is dat zelfdoding wordt voorgeschoteld als een legitieme oplossing voor problemen en ellende. Wij kunnen hen juist hoop bieden en laten zien dat er veel betere oplossingen zijn!

 

Preventief

Je hoeft niet te wachten op een appje van een tiener of een voorval in je omgeving voordat je over zelfdoding in gesprek kunt gaan. Een nieuwsbericht, jouw eigen voornemen om het te bespreken of een artikel zoals deze, kan ook al voldoende aanleiding zijn. Begin je voorbereidingen met gebed: vraag God wat Hij wil dat je deelt, voor een open, veilige sfeer, voor de juiste toon en voor de jongere(n) zelf natuurlijk. Bedenk wat je mee wilt geven. Niet alles kan in één keer, laat het een thema zijn wat vaker terugkomt. Een paar suggesties:

Openheid over lijden
Het leven is niet altijd leuk. Eerlijk zijn over het leven, de moeiten, het verdriet, de pijn en de vragen die daarbij horen, geeft vaak opluchting. Ook de Bijbel is hier heel open en eerlijk over. Veel tieners kennen bijvoorbeeld het boek Klaagliederen niet. Hierin is niet alleen veel openheid over lijden en levensvragen, maar komt er een ‘en toch…’ (Klaagliederen 3:21-26). De vragen en ellende worden niet ontkend, zij mogen er zijn. En toch is Gods trouw er ook. Ook de verhalen van Elia en Job maken het lijden en doodswensen bespreekbaar. Ook zij kiezen ervoor om met hun vragen naar God toe te gaan.

 Omgaan met lijden
Elke tiener krijgt vroeg of laat te maken met lijden, groot of klein. Veel jongeren kampen met eenzaamheid, depressie en/of psychische problemen. Leer ze hoe ze daarmee om kunnen gaan. Hoe doorsta je stormen? Wat als alles wankelt? Wat als je ook even niet meer weet hoe je God kunt plaatsen in deze storm? Het is belangrijk dat ze weten wat God wel en niet belooft. Wandelen met God betekent niet een makkelijk leven, maar wél dat Hij je veilig thuis zal brengen en dat je rust kunt vinden die niet afhankelijk is van omstandigheden. Hij zal je de weg wijzen, in welke situatie je ook zit. Vaardigheden die je ze kunt leren zijn bijvoorbeeld: emoties leren uiten, leren stoom afblazen op een goede manier, eerlijk zijn, problemen aanpakken in plaats van je kop in het zand steken, vriendschappen onderhouden (er niet alleen voor staan), oefenen in gehoorzaamheid aan God en hulp inschakelen als ergens zelf niet uit komt.

Omgaan met fouten/zonden
De voorbeelden van Judas Iskariot, Achitofel en Saul laten zien hoe verkeerde keuzes, zonden, kunnen leiden tot zelfdoding. Deze mannen hadden de weg met God verlaten en kwamen in de problemen. Ook onder tieners kan dit een belangrijke rol spelen bij suïcidaliteit: een naaktfoto die van hen rondgaat, verslaving of worstelen met seksualiteit/identiteit. David is een heel mooi voorbeeld wat je hen kunt mee geven. Ook hij had ernstige zonden begaan. Maar hij koos ervoor om ze te belijden bij God, hij droeg de verantwoordelijkheid voor de consequenties en hij deed ze niet nog een keer. Zo laat ook de gelijkenis van de verloren zoon prachtig zien dat je altijd terug kunt naar God, in welke omstandigheden je ook zit.

 Zorg dragen voor elkaar
We moeten allemaal een drempel over als we om hulp vragen. Het liefst zijn we sterk en dapper en schieten we anderen te hulp in plaats van andersom. Het voelt als falen of tekort schieten als je hulp nodig hebt. Terwijl de Bijbel er heel duidelijk over is dat we elkaar nodig hebben. We zijn allemaal zwak. Daarom geeft God ons elkaar, we kunnen samen zoveel meer dan alleen! Het is geen zwakte als je anderen om hulp of raad vraagt, dat is juist slim. Daarbij verlegt God onze focus. We staan in deze maatschappij geregeld in de selfie-stand: gericht op onszelf. Al onze eigen problemen komen letterlijk centraal te staan. God leert ons onze blik op Hem te richten en op de mensen om ons heen (het grote gebod). Zo komen dingen in een beter perspectief te staan. Je kunt van betekenis zijn, wat je eigen omstandigheden ook zijn. Een hechte relatie met God en een hechte relatie met anderen, maakt tieners minder vatbaar voor suïcidaliteit. Door als tieners oog te hebben voor elkaar, signaleren ze bovendien veel eerder als het met iemand niet goed gaat en kun je eerder te hulp schieten.

 Je bent nooit alleen
Iemand die worstelt met suïcidale gedachten voelt zich vaak alleen. Wat een belofte en een troost is Gods Naam, JHWH: ‘Ik zal erbij zijn’. Door de Bijbel heen laat God op allerlei manieren zien dat Hij er is. Hij laat ons niet alleen, Hij laat ons niet in de steek. Het kan zijn dat we niet merken dat Hij er is. Misschien voel je niet dat Hij er is. Maar Hij is er wel. Wat Hij belooft[3], dat doet Hij ook.

 

Signalen van suïcidaliteit

Het is soms lastig om goed in te schatten wat er werkelijk in tieners omgaat. De vrolijke buitenkant verbergt soms diepe worstelingen van binnen. Terwijl andere tieners heel dramatisch kunnen doen als er nog niet zoveel aan de hand is. Je kunt niet alles weten, maar je kunt wel alert zijn en proberen om zoveel mogelijk signalen op te vangen. Wanneer tieners zelfdoding overwegen, zijn hun gedachten vaak gevuld met gedachten aan de dood, aan hoe ze het zullen aanpakken of negatieve gedachten en gevoelens. Ze verlangen naar rust. Als je in gesprekken of op sociale media opmerkingen hoort die hierover gaan, wees dan alert. Bijvoorbeeld: ‘De wereld is beter af zonder mij’, ‘Ik ben zo moe van alles, ik hou het niet meer vol’, ‘Voor mij hoeft het allemaal niet meer’ of explicieter: ‘Ik wou dat ik dood was’, ‘Ik wil zo graag naar God toe en rust vinden’. Andere signalen zijn vereenzaming, terugtrekken uit sociale contacten, gepest worden, aanhoudende lusteloosheid, risicogedrag (verslavende middelen), automutilatie, dalende schoolcijfers of andere problemen. Meer expliciete signalen zijn praten over de dood, informeren naar zaken rondom de dood (begrafenis, afscheidsdienst, het sterven zelf, manieren van overlijden/zelfdoding), spullen toewijzen aan mensen (als ik er niet meer ben, dan is dit voor jou), geleende spullen terugbrengen en afscheidsbriefjes/appjes.

Neem deze signalen altijd serieus! Ga in gesprek met de tiener en maak je zorgen kenbaar. Wees hierin open en eerlijk. Je kunt bijvoorbeeld de vraag stellen: ‘Denk je wel eens aan zelfdoding?’ Het is een misvatting te denken dat praten over zelfdoding tieners ertoe aanzet, het is juist andersom. Openheid helpt! Juist er niet meer alleen mee worstelen, maar erover kunnen praten, helpt om het niet te doen. Informeer naar het sociaal netwerk van de tiener. Wie zijn zijn vrienden? Wie weten er van zijn worstelingen/denken aan de dood? Op internet kunnen jongeren terecht komen in groepjes met dezelfde worstelingen, zij helpen elkaar eerder verder in de put dan dat ze elkaar opbouwen. Soms kan dit zelfs leiden tot collectieve zelfdoding. Wanneer blijkt dat een tiener inderdaad wel eens denkt aan zelfdoding, kun je de vraag stellen: ‘Hoe ver ben je al in je gedachten?’ Dit kan een indicatie geven van de ernst van de nood. Zijn er al concrete plannen, of is het slechts een vage gedachte?

In het geval van het appje van Thirza, is het signaal heel ernstig. Dit kan niet wachten tot de volgende dag. Probeer te ontdekken een inschatting te maken van de ernst van de situatie is (waar is ze, wie is er bij haar, hoe ver is ze in haar plannen) en probeer ervoor te zorgen dat ze niet alleen is, maar haar verhaal kwijt kan en indien nodig beschermd wordt tegen zichzelf. Kun je haar niet bereiken, bel dan 112. Als kerk is het belangrijk dat jeugdleiders hier niet alleen in staan, maar dat er mensen van het kinder- en jeugdpastoraat zijn die naast hen staan in de pastorale nood van kinderen en jongeren.

 

Tips

  • Probeer in het gesprek met de tiener niet diep in te gaan op de details van het suïcideplan (hoe ga je het doen), maar op de redenen die eronder liggen.
  • Informeer de ouders (als het kan) wanneer hun tiener worstelt met suïcidaliteit. Beloof tieners geen geheimhouding, maar motiveer en stimuleer hen om hun ouders te informeren. Doe dit eventueel samen. Handel niet buiten ouders om.
  • Tieners die worstelen met suïcidaliteit hebben niet alleen steun nodig van hun ouders en van hun kerk, maar ook professionele begeleiding om de negatieve patronen en gedachten te doorbreken. Probeer daarom de tiener te motiveren om hulp te zoeken en begeleid hem/haar eventueel in dit proces.
  • Op de website www.113online.nl kunnen tieners (en volwassenen) terecht als ze worstelen met suïcidale gedachten of iemand kennen die daarmee worstelt.
  • Suïcidaliteit gaat gepaard met geestelijke strijd. Bid! Vraag een paar vertrouwde mensen om te (blijven) bidden voor de tiener.

 

In geval van zelfdoding

Zelfs als je preventief werkt, signalen adequaat opvangt en goed ingrijpt, kun je niet altijd voorkomen dat iemand zichzelf van het leven berooft. Zeker wanneer dit een tiener in je eigen omgeving, je eigen kerk of zelfs je eigen gezin is, is dat heel ingrijpend. Dit raakt een hele familie, kerk, dorp of stad. Op scholen zijn er vaste protocollen waarin beschreven staat welke stappen er dan gezet worden om zowel de leerlingen als docenten ruimte te geven om dit op een goede manier te verwerken. Voor kerken zou het goed zijn als zij ook een dergelijk protocol zouden hebben klaar liggen. Hoe dit protocol eruit ziet hangt af van de structuur van de kerk, de grootte van de gemeente, hoe het jeugdwerk is georganiseerd en hoe het kinder- en jeugdpastoraat is georganiseerd. Is dit nog niet goed geregeld, maak hier dan zo snel mogelijk werk van! In Filippenzen 4:6-7 staat: ‘Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus’. Het is prachtig als je tieners dit kunt leren en een prachtige belofte voor ons allemaal.

[1] Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek
[2] Bron: www.zelfmoord1813.be
[3] O.a. Deut. 31:6, Jozua 1:9, Romeinen 8:38-39